17 juli 2017 – Steeds meer ministeries overschrijden de rijksnorm die bepaalt dat maximaal 10 procent van de personeelskosten aan externe inhuur mag worden uitgegeven. In twee jaar tijd namen de uitgaven aan externe inhuur met 19 procent toe tot 2,4 miljard in 2016. Dat meldt het AD op basis van eigen onderzoek.

Het ministerie van Financiën spande afgelopen jaar de kroon. Deze kostenpost voor mensen van buiten was volgens het ministerie nodig om orde op zaken te stellen bij de Belastingdienst. Maar ook de ministeries van Infrastructuur en Milieu (252 miljoen euro) en Veiligheid en Justitie (237 miljoen euro) gaven in 2016 fors meer uit aan externen. “Vooral ict’ers zijn gewild”, schrijft de krant.

FNV cao-coördinator Boufangacha vindt het “teleurstellend en zorgwekkend”. “Externe krachten ervaren ongelijkheid op de werkvloer. Zij hebben vaak minder perspectief en een slechtere rechtspositie. De overheid zou het goede voorbeeld moeten geven.”

Hoewel demissionair minister Asscher zich de afgelopen jaren hard maakte voor meer vast contracten, klinken er nu andere geluiden. “Door pieken in de werklast op te vangen met externe inhuur, wordt voorkomen dat aanvullend personeel permanent moet worden aangetrokken”, aldus een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken in het AD.

SP-Kamerlid Ronald van Raak vindt de uitslag schokkend. “Externe consultants, adviseurs en managers zijn heel duur. En als zij vertrekken, verdwijnt kennis en expertise.” Hij wil de norm van 10 procent, die nu alleen geldt voor ministeries, uitbreiden naar provincies, gemeenten en waterschappen.

Gemeenten
Volgens het AD gaven ook provincies, gemeenten en waterschappen vorig jaar meer geld uit aan externen. Zo verdubbelde gemeente Rotterdam de uitgaven aan externen in twee jaar tijd naar 86 miljoen euro in 2016. Deze gemeenten geeft aan dat de externen nodig zijn om extra taken vanuit het Rijk uit te voeren. Een recordbedrag van 224 miljoen euro werd vorig jaar besteed door gemeente Amsterdam.

Door: Redactie Ambtenarensalaris