27 juni 2017 – Een hoger startsalaris is een van de maatregelen die volgens jongeren nodig zijn om te kiezen voor het beroep van leraar. Het is van belang aankomende onderwijsstudenten hierover goed te informeren, aangezien de meesten het lerarensalaris flink onderschatten. Dat melden minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker in een brief aan de Tweede Kamer over het lerarentekort in het primair onderwijs.

Om het lerarentekort terug te dringen onderzocht Qompas de motieven en barrières om voor een lerarenopleiding te kiezen. Daaruit wordt duidelijk dat het gebrek aan carrièremogelijkheden en de mogelijkheden voor professionele ontwikkeling redenen zijn om af te zien van het lerarenberoep. Ook gebrek aan uitdaging, salaris en een professionele werkomgeving worden genoemd.

Kleinere klassen, carrièreperspectief en intellectuele uitdaging dragen volgens de respondenten juist bij aan een goed imago van het werk in het onderwijs. Daarnaast vindt een derde dat het startsalaris omhoog moet en dat er meer doorgroeimogelijkheden in het salaris moeten zijn. Hierbij valt op dat meeste scholieren en mbo-4 studenten zowel het startsalaris als maximumsalaris van een leraar onderschatten.

Bron: Kamerbrief lerarentekort primair onderwijs

Het startsalaris van een leraar in het primair onderwijs bedraagt €2.436 bruto. Havo-, vwo- en mbo-leerlingen denken echter dat het ongeveer €1.900 bruto is, een verschil van 20 procent. De onderschatting van het maximum salaris blijkt nog groter te zijn. Waar het maximum in werkelijkheid op €4.464 bruto ligt, denken havo- en vwo-leerlingen aan een maximum salaris van ongeveer €3.000 bruto en schatten mbo’ers het zelfs op een brutobedrag van €2.670. Een onderschatting van bijna 40 procent.

Door: Redactie Ambtenarensalaris