20 juni 2019 – Uitzendkrachten in het hoger beroepsonderwijs krijgen per 1 september 2019 dezelfde arbeidsvoorwaarden als vaste medewerkers. Dat zijn bonden en werkgevers met elkaar overeengekomen, meldt de Algemene Onderwijsbond (AOb).

In de cao hbo 2018 – 2020 is afgesproken dat het aantal flexibele contracten moet worden teruggedrongen en dat uitzendwerk wordt beperkt tot piek of ziek. Daar komt nu bij dat uitzendkrachten dezelfde arbeidsvoorwaarden krijgen als hun collega’s in vaste dienst. “Het komt erop neer dat het niet moet uitmaken of je als docent Engels een vast contract hebt of aan het werk bent via een uitzendcontract”, legt AOb-bestuurder Douwe van der Zweep uit.

Gelijke pensioenopbouw
Onderdeel van de gemaakte afspraak is een gelijke pensioenopbouw. Nu vallen uitzendkrachten nog onder de cao voor uitzendkrachten en bouwen ze de eerste zes maanden geen pensioen op. Het pensioen dat vanaf een half jaar wordt opgebouwd is een stuk magerder dan het ABP-pensioen dat vaste medewerkers opbouwen. Vanaf 1 september bouwen uitzendkrachten vanaf de eerste werkdag pensioen op en wordt het verschil tussen het ABP-pensioen en dat van uitzendkrachten, door de werkgever aangevuld via een compensatie van 7 procent in het loon. Deze compensatie haalt volgens Van der Zweep direct de financiële prikkel weg om voor uitzendkrachten te kiezen.

Ondersteunend personeel
De gemaakte afspraak is vooral positief voor ondersteunend personeel, zoals administratief medewerkers, omdat zij vaker dan docenten via een uitzendcontract werken.

Uniek in het onderwijs
Volgens Van der Zweep is deze afspraak uniek in het onderwijs. “Het is een goede regel waarin we de concurrentie op arbeidsvoorwaarden voorkomen”, aldus de AOb-bestuurder.

Door: Redactie Ambtenarensalaris