13 augustus 2019 – Voor werkende zestigers blijkt het eerder bereikte pensioenakkoord minder gunstig dan verwacht. Eerder stoppen met werken, betekent een lagere uitkering die oploopt tot duizenden euro’s. Omdat de onderhandelaars er geen aandacht op vestigden, hebben weinigen zich de gevolgen gerealiseerd.

Keerzijde
Verlaging van de AOW-leeftijd was voor velen een belangrijk onderwerp in de pensioenonderhandelingen. De gevolgen worden nu pijnlijk duidelijk. Volgens een berekening die de Volkskrant heeft laten maken, loopt een 63-jarige werknemer die dankzij het pensioenakkoord in de zomer van 2022 met pensioen kan en daardoor acht maanden eerder kan stoppen dan voor het akkoord, bij een brutosalaris van 50 duizend euro en een inleg van 1,8 procent, jaarlijks 860 euro bruto mis. Dat is 17 duizend euro als hij nog twintig jaar leeft. Eerder stoppen met werken betekent minder lange opbouw, waar ook nog eens langer mee gedaan moet worden. Het klinkt logisch, maar is een keerzijde die veel zestigers zich liever eerder hadden gerealiseerd.

Wie langer wil doorwerken, moet aankloppen bij de werkgever. In veel gevallen zal dit niks opleveren, omdat in de meeste cao’s de AOW-leeftijd gelijkstaat aan het einde van de arbeidsrelatie. De meeste werkgevers nemen graag afscheid van oudere, vaak relatief dure, werknemers die de AOW-leeftijd bereiken.

Bewuste keuze
Volgens Tuur Elzinga, vice-voorzitter van de FNV, gaat het om een bewuste keuze. “Wij willen graag eerder stoppen, dat was een duidelijke wens van de vakbeweging. De consequentie is dat het een beetje opbouw scheelt.” Die afweging is volgens Elzinga tijdens de bijeenkomsten met de leden besproken.

Gevolgen zichtbaar in MijnABP
ABP heeft MijnABP aangepast aan de nieuwe AOW-leeftijden. Deelnemers kunnen daar het persoonlijke effect van de lagere AOW-leeftijd bekijken.

Door: Redactie Ambtenarensalaris