Het voorwaardelijk pensioen is de opvolger van de prepensioenregelingen FPU van pensioenfonds ABP en Flexpensioenopbouw van pensioenfonds PFZW. Sinds 1 januari 2006 zijn de FPU (Flexibel Pensioen en Uittreden) voor ambtenaren en onderwijspersoneel en de Flexpensioenopbouw voor medewerkers in de zorg komen te vervallen. Ter compensatie is het voorwaardelijk pensioen (VP) in het leven geroepen.

Dit pensioen is voorwaardelijk omdat het nog niet definitief is. Ambtenaren en onderwijspersoneel die pensioen opbouwen bij ABP hebben recht op voorwaardelijk pensioen als zij op 31 december 2005 en 1 januari 2006 al pensioen opbouwden bij ABP en tot 1 januari 2023 in dienst blijven bij een bij ABP aangesloten werkgever. Of tot aan de pensioendatum als die voor 1 januari 2023 ligt. Vanaf 1 januari 2023 of na pensionering wordt het voorwaardelijk pensioen onvoorwaardelijk. Stopt u dus na 1 januari 2023 bij uw werkgever, dan heeft u toch recht op voorwaardelijk pensioen.

Medewerkers in de zorg die zijn aangesloten bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW), hebben pas definitief recht op voorwaardelijk pensioen als zij tot minimaal 55-jarige leeftijd of van december 1998 tot januari 2021 onafgebroken deelnemen in de pensioenregeling van PFZW. Een tussentijdse onderbreking is mogelijk zolang (het totaal van) de onderbrekingen minder dan één jaar is. Tenzij iemand recht heeft op een WW-uitkering. Deze persoon kan dan een Bescherming bij verlof en werkloosheid afsluiten. Als deze periode tot de 55-jarige leeftijd of januari 2021 loopt, behoudt een deelnemer recht op het voorwaardelijk pensioen.

UPO
In uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) ziet u of u recht heeft op voorwaardelijk pensioen.

Premie
Uw werkgever betaalt de premie voor uw voorwaardelijk pensioen. U kunt daarnaast extra voorwaardelijk pensioen kopen. Dit betaalt u zelf via een inhouding op uw salaris.