19 maart 2018 – Leraren in het voortgezet onderwijs krijgen mogelijk per 1 juni een loonsverhoging van 2,35 procent als een cao-akkoord uitblijft. Dat adviseert de VO-Raad als het niet lukt om voor 1 mei a.s. tot een nieuwe cao te komen.

Een ongebruikelijk stap die samenhangt met de onderhandelingen die volgens Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad, onaanvaardbaar lang duren. De raad roept de onderwijsbonden dan ook op het overleg zo snel mogelijk te hervatten. “We zijn vorig jaar oktober begonnen en er is nog geen zicht op een akkoord. De bonden hebben de onderhandelingen alweer een maand geleden afgebroken en sindsdien hebben we niets meer van hen vernomen. Wij willen onze werknemers niet langer een rechtvaardige salarisverhoging onthouden.”

De onderwijsbonden eisen een loonsverhoging van 3,5 procent en een lessenreductie van 25 naar 20 uur per week. Dat zijn onrealistische eisen volgens Rosenmöller. “Vermindering van het aantal lesuren naar 20 uur kost, naar berekening van de bonden zelf, 900 miljoen euro om 12.000 extra leraren van te financieren. Deze claim hebben de bonden eerst bij het kabinet neergelegd, maar is niet gehonoreerd. Vervolgens leggen de bonden de rekening even gemakkelijk bij de werkgevers op de cao-tafel. Iedereen kan echter begrijpen dat de scholen dat niet kunnen betalen.”

De VO-raad wil de volledige ruimte voor arbeidsvoorwaarden inzetten voor de cao. Voor dit jaar gaat het om 2,35 procent. Volgens de raad betekent dit een meer dan marktconforme salarisverhoging.

Daarnaast wil de raad samen met de bonden middelen bepleiten bij de overheid voor meer ontwikkeltijd en minder werkdruk. Rosenmöller: “Wij steken hiermee de hand uit naar de bonden om, in het belang van onze medewerkers, samen op te trekken en niet tegenover elkaar te gaan staan.”

Door: Redactie Ambtenarensalaris